maandag 3 juni 2019

Dag lieve Marion



24 december 2018

De kist staat op een podium, een plek waar zij zich altijd al fijn voelde. Met presentaties en lanceringen van haar prachtige ideeën. Inspirerende ideeën, een inspirerende vrouw, vriendin.
Ik staar naar de kist die verlicht wordt door vele kaarsen en versierd is met een prachtig bloemstuk. DE foto, die op internet op veel plekken te vinden is, staat uitvergroot voor de kist. Het is nog zo onvoorstelbaar dat de vrouw op de foto er niet meer is, dat haar lichaam in die kist ligt. Ik wil er nog steeds niet aan.
13 december appten we nog met elkaar. ‘Ik denk aan je en een dikke zoen’, schreef ik. ‘Ik wil je laten weten dat ik ook aan jou denk’ appte ze terug.
Vier dagen later voelde ik in de avond haar aardse energie terugtrekken en dinsdagochtend kon ik haar op dat niveau niet meer voelen. De dag erop kwam het bericht dat zij die dinsdagochtend is overleden.
Haar energie hangt in de ruimte. Ze is er gewoon bij. Dat is voelbaar. Zij komt tot uiting in de vele mooie woorden, als herinneringen uitgesproken door een aantal mensen. Zij komt tot uiting in de muziek die gespeeld wordt. Zowel van CD’s als van live muziek, waaronder een dwarsfluit en een hang. Klanken die op hele diepe emoties inspelen, die helen, die losmaken wat er aan verdriet verborgen is.
“She may be the face I can’t forget”, zingt Charles Aznavour
“She’s an angel from the first degree” zingt Van Morrison
“You’ve got a friend”, zingt James Taylor.

De tranen vloeien en ik krijg een paar zakdoekjes aangereikt. Er ligt een arm om mijn schouders. Ik wieg mee op de muziek en voel hoe het wiegen me troost.
Als de ceremonie is afgelopen helpt iemand me door de mensenmenigte heen en maakt een pad vrij waar ik met mijn scootmobiel kan rijden. Er is een intens oogcontact met de hangspeler. We kijken elkaar aan ik zie meer dan de ogen, een hele diepe aanwezigheid wordt zichtbaar. Een paar seconden, dan is mijn blik terug op de ruimte waar ik door kan rijden.

Ik rijd naar buiten en opnieuw zijn er tranen.
Warme tranen, dat valt me op. De schoonheid van de ceremonie, de vormloze aanwezigheid van Marion. Ik kijk op en zie een man voorbij lopen. Hij laat ook zijn tranen de vrije loop. Een warm knikje van iemand. Een paar woorden, meer is er niet nodig.
Ik realiseer me dat ik de meeste mensen niet ken, niet van naam. Wel van energie. Mensen die bij elkaar zijn gekomen omdat ze Marion en Rob kennen. Het zegt hoe energie werkt, hoe de aantrekkingskracht, de frequentie werkt. Zonder ze te kennen, herkennen we elkaar. We wisselen wat woorden uit, wat blikken.
“Bent u mevrouw Bosma?” zegt een zachte stem naast me. Met wazige ogen van de tranen kijk ik op. De chauffeur van de Valystaxi. “Nu al?” “Hoe laat is het dan?”
“Het is kwart voor 2, maar doet u maar rustig aan”, zegt de chauffeur medelevend.
“Ha José!” zegt Rob die naar buiten komt terwijl ik naar binnen wil gaan om mijn jas te halen. We geven elkaar een knuffel.
“Het was mooi”, zei ik.
“Ja, we hebben het zo goed mogelijk naar de wensen van Marion gedaan.”
“Dat is helemaal gelukt”.
We praten nog even wat en dan gaat hij naar binnen om mijn jas te halen.
De chauffeur praat honderduit. Hij zet me weer in de wereld. En ik realiseer me dat de wereld even doordraaide zonder mij de afgelopen uren. Het was zo’n andere plek waar ik was samen met de mensen daar. Met Marion’s energie, met al de verschillende klanken. Zo zacht en sereen.
Eenmaal thuis komt een buurvrouw mijn hond even ophalen en later een halve fles rode wijn brengen. Een buurman komt een kerststol brengen. Het hondje van de overburen komt even gedag zeggen. Het leven gaat door, de wereld draait door.
Vandaag is de ceremonie een herinnering die al de eerste sporen van vervaging laat zien. De zon schijnt, net als gisteren. De wolken drijven voorbij, net als gisteren. Maar mijn hart is warmer. Er is een beschermengel bijgekomen. Een engel die woordloos influistert.
De stem van Marion hoor ik nog, haar gezicht zie ik helder voor me. Ik zie haar lach, haar gezicht als ze me vertelt hoe ongelukkig het is dat dingen haar niet lukken met b.v. Facebook of een filmpje opnemen. Hoe we samen, met een sigaretje, alles oplossen en doorspreken hoe we de online trainingen die voor de deur staan gaan vormgeven.

We hadden het vaak over onze processen, die hadden heel veel raakvlakken en zo konden we elkaar geweldig steunen, motiveren. We spraken op een bepaald moment af dat we onszelf op nummer 1 zouden zetten. Dat we negatieve mensen zouden weren, niet meer direct aan verwachtingen zouden voldoen. Zoveel mooie en fijne gesprekken. In de laatste gesprekken hoorde ik hoe zij versneld haar conditioneringen en triggers kon transformeren. Hoe de overgave onvermijdelijk ontstond. We huilden samen aan de telefoon.
Er overheerst dankbaarheid, dat ik Marion heb ontmoet, lang geleden. Of kort, maar het lijkt heel lang. Ook het weten dat ‘iemand’ nooit weg is. Dat er een verbinding is die alles te boven gaat. Dat haar vormloze aanwezigheid altijd dichtbij is, omdat die aanwezigheid overal is.
Ja, dat inspireert, geeft nieuwe kracht.
Zij heeft een steen verlegd in mijn rivier op aarde.





Nieuwjaarsconcert

1 januari 2019

Ik zet de TV aan en stuit op het nieuwjaarsconcert van het Wiener Philharmische Orkest. In een prachtige entourage staat het enorme orkest met onnoemelijk veel instrumenten en speelt. Het valt me op dat de klassieke muziek me zoveel meer kan bekoren dan toen ik jong was. 

Tegelijkertijd komt er bij deze gedachte een herinnering naar boven. Mijn ouders keken en luisterden elke nieuwjaarsdag naar dit nieuwjaarsconcert. Het was een soort ritueel, het hoorde er bij. Net als aansluitend de duizelingwekkende sprongen van de piste bij het schansspringen in Garmisch Partenkirchen. 

De herinnering aan toen heeft geen warmte. Waarschijnlijk wilden mijn ouders ons, met het kijken naar het nieuwjaarsconcert, waar we dan bij zaten, omdat dat nou eenmaal zo hoorde op nieuwjaarsdag – samen, met elkaar -, kennis en liefde voor klassieke muziek meegeven. Maar meer dan daar zitten, het concert uitzitten, was er niet. Er werd niet gesproken. Sterker nog, een onderbreking van de muziek door een vraag of opmerking kwam op een berispende blik van mijn vader te staan. 

Eigenlijk had het nieuwjaarsconcert tot nu toe geen leuke herinneringen. En dat had niets met de muziek te maken, maar met het regime vroeger thuis.
Ik weet nog dat mijn vader af en toe, tijdens het concert, moest lachen. “Wat gebeurde er?” durfde één van ons dan wel te vragen. Het bleek om de kleine grapjes te gaan tijdens het concert. Een geregisseerd grapje natuurlijk. 

Toen ik vanmorgen het concert ging kijken was er dan ook een gedachte ‘opletten of er grapjes gemaakt worden’. Die verbind ik waarschijnlijk aan de lach van mijn vader. Juist omdat die lach zo sporadisch op zijn gezicht verscheen.

Maar inmiddels is dat niet meer de hoofdmoot. Ik geniet, voor het eerst sinds mijn kindertijd, van de muziek, de klanken, de beelden die getoond worden van prachtig bloeiende magnoliastruiken, stromende beekjes. Er hangen kolossale bloemstukken aan de rand van het podium en ook de rest van de zaal is met bloemen versierd. De commentator legt uit dat de boeketten bestaan uit rozen, orchideeën, lelies en duifkruid. Frisgroen met geel. De gouden ornamenten, beelden en versieringen, de schitterende schilderingen op het plafond, alles komt in beeld. 

2019 heb ik uitgeroepen tot het jaar van loslaten. Nieuwe ervaringen creëren, die de oude overschrijven en laten zien hoe ik het écht zelf beleef. Wat het met me doet. En ja, de herinneringen nog even bekijken.
Door het scheppen van nieuwe ervaringen zullen ze me loslaten.

Het nieuwe perfect





31 juli 2018


 


Dit kaartje kreeg ik vandaag van een vriendin. En laat het nou precies passen.
De laatste tijd ga ik steeds meer naar 'good enough'. Waar ik voor die tijd, zo'n 30 jaar schat ik, misschien wel langer, altijd voor perfectie ging. En perfectie was dan een lat die oneindig hoog lag en die moest ik zien te bereiken, zo niet overstijgen.
In privé en werk. In alle vormen van relaties, uiterlijk. En altijd was ik ontevreden want er ging wel eens iets mis, of het lukte gewoon niet.

Nu ben ik op een punt in mijn leven gekomen waar ik amper meer kan lopen. Letterlijk stilstaan. Voetje voor voetje.


Ik kwam voor een aantal dilemma's te staan. Hoe beweeg ik me voort in het leven. Hoe kan ik alles blijven doen wat ik wil. Dat laatste: NIET. Een kleine, opvouwbare scootmobiel bracht uitkomst voor de wandelingetjes met mijn hondje Russell. Of ik sjouwde de scootmobiel, deel voor deel, in de auto, ging ergens heen en zette de scoot daar weer in elkaar.


In mijn hoofd bleef het een strijd. Het feit dat ik niet meer alles zou kunnen doen wat ik deed was pijnlijk en niet te aanvaarden. Ik begon trucjes te bedenken, hulpmiddelen uit te proberen en zo kon ik op een bepaald moment mijn huishouden weer voor een groot deel zelf doen. Zelfs wat onkruid plukken d.m.v. een krukje lukte me. Maar het kostte zoveel energie. Ik werd er doodmoe van.


Tot ik op een dag een afspraak met het wijkteam had over de aanvraag van een grote scootmobiel, hulp in de huishouding, hulp bij de gesprekken met het UWV en een traplift.

Oei, nu was ik dus officieel een fysiek beperkte mens.
De strijd in mijn hoofd hield aan. In zo'n spagaat van 'ik wil het zelf doen' 'het lukt me nauwelijks'. Uiteindelijk was de spagaat niet meer te houden en langzaam maar zeker ontstond er overgave. Overgave aan hoe het was, is.

Daarnaast begon de revalidatie om de achteruitgang trachten te stoppen. Ik mocht meedoen aan hydrotherapie. In een zwembad! Mijn gedachten gingen terug naar 'ooit' waar ik 40 banen zwom en daarna nog met een groepje met een bal in het water speelde. Ik voelde me mijn hele leven als een vis in het water. Mede doordat ik als kind tegenover een zwembad woonde. We hadden een abonnement en bijna elke ochtend voor schooltijd lag ik met mijn broers in het water.


De eerste keer, ik werd er met een stoellift ingetild - pfff, voelde het water enorm eng, bedreigend bijna. De lichtheid die ik voelde was fijn, maar er was ook een stukje controleverlies. De kracht die ik altijd had om als een vis door het water te spartelen en te zwemmen was gehalveerd. Die kracht, zo merkte ik, kwam vooral uit mijn benen. En ik voelde niks met de linkervoet.


De opdracht die eerste keer was om in een hoekje te hangen en te wennen. Na een kwartier was ik doodmoe. Maar er was een blijheid door het contact met het water. Dat was echt fijn!

De opdracht bij de tweede hydrotherapie was heen en weer lopen. 6-8 keer. Een enorme uitdaging! Ik liep op de buitenkant van mijn linkervoet, daar voelde ik de korrelige bodem. Met mijn armen sturend liep ik zes keer naar de andere kant. Weer doodmoe.

En dát was dus het 'nieuwe perfect' herinnerde ik me dat kaartje. Dit is het. Op dit moment. Er is geen vroeger, alleen in het geheugen. Er is geen toekomst. Geen idee hoe het verder gaat. Al zie ik mezelf in mijn dromen dan weer heerlijk banen zwemmen. Wie weet. Misschien kan ik twaalf keer naar de andere kant lopen over een tijdje.


Het gaat er echt om om het nieuwe te omarmen. Het nieuwe lichaam, met de beperking. Ik hoop zo erg dat ik een grote scootmobiel krijg! Dan maar het stempel 'fysiek beperkt', kan mij het schelen. Overigens is mijn ervaring, in mijn kleine scoot' dat mensen bereid zijn te helpen, dat ze sneller een glimlach geven. Dat mensen rekening met me houden, opzij stappen, kijken of ik er door kan, of ruimte maken als dat niet zo is. De wereld van een andere kant. Die kant was er altijd wel, maar ik wilde alles zelf doen. Ik holde maar door. En nu, dit nieuwe, tja, het heeft wel wat.


Hulp vragen is niet mijn sterkste kant. Aangeboden hulp ontvangen lukt me steeds beter. Alles op z'n tijd. Want het hoeft niet perfect te zijn. Goed genoeg is voldoende.



Twee kanten van dezelfde medaille

De ochtend vult zich met wat huishoudelijke bezigheden binnen. Buiten met felle regenbuien en gedonder in de verte. Als ik de afwasmachi...